Vooruitbetaling collegegeld ter verkrijging verblijfsvergunning

Vooruitbetaling collegegeld ter verkrijging verblijfsvergunning

Inhoud

Vermogenszaken goed regelen?

Kroese en Geraerts

In een procedure over de aftrek van scholingskosten heeft de staatssecretaris van Financiën beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De casus is vergelijkbaar met een recente uitspraak van Hof Den Bosch.

Casus

Scholingskosten waren in het jaar 2018 onder voorwaarden aftrekbaar, voor zover zij meer bedroegen dan het drempelbedrag van € 250. Een uit India afkomstige student heeft in verband met de aanvraag van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd om een opleiding in Nederland te kunnen volgen voor de aanvang van de aanvraagprocedure het collegegeld en een bedrag voor de kosten van levensonderhoud in het eerste jaar aan de onderwijsinstelling betaald. De instelling heeft het bedrag van de kosten van levensonderhoud van het eerste verblijfsjaar aan de student terugbetaald nadat hij de verblijfsvergunning heeft verkregen en hem ingeschreven voor de opleiding.
Voor het recht op aftrek van scholingsuitgaven voor het betaalde collegegeld is bepalend of deze uitgaven zijn betaald gedurende de periode van binnenlandse belastingplicht. Evenals  Hof Den Bosch heeft de rechtbank Den Haag de betaling van de student aan de onderwijsinstelling als een depotstorting aangemerkt. De student was het collegegeld pas verschuldigd op het moment van definitieve inschrijving voor de opleiding. Die vond plaats nadat de verblijfsvergunning was afgegeven. De rechtbank acht aannemelijk dat de voldoening van het collegegeld heeft plaatsgevonden door verrekening in september 2018. 

Procedure in cassatie

De Hoge Raad stelt voorop dat het overmaken van een geldbedrag naar de bankrekening van een ander niet alleen als een betaling in de zin van de Wet IB 2001 is aan te merken in als er op het moment van overmaken degene, die het geld op zijn bankrekening krijgt gestort, een opeisbare vordering tot betaling heeft. Van een betaling is ook sprake indien op het moment van overmaken een rechtsverhouding tussen partijen bestaat waaruit in de toekomst een betalingsverplichting voortvloeit, die als persoonsgebonden aftrekpost kan worden aangemerkt, en de overmaking naar de bedoeling van partijen ertoe strekt om van tevoren aan die verplichting te voldoen. Daarbij is niet van belang of een eventuele prestatie van de wederpartij waarop de betaling betrekking heeft, al is verricht.

Van een betaling in de zin van de Wet IB 2001 is geen sprake als de belastingplichtige een geldbedrag overmaakt zonder dat daaraan een bestaande of toekomstige verplichting ten grondslag ligt. In dat geval is het overgemaakte bedrag ter beschikking van de belastingplichtige is gebleven. De mogelijkheid bestaat dan dat het bedrag naar de bedoeling van partijen is overgemaakt als depotstorting. Bedragen, die naderhand verschuldigd zijn, kunnen dan op een later moment in mindering worden gebracht. Op dat latere moment vindt verrekening plaats in de zin van de Wet IB 2001.

De bewijslast, dat sprake is van een depotstorting, rust op de belastingplichtige. 

Volgens de Hoge Raad is de rechtbank van een onjuiste rechtsopvatting uitgegaan als zij haar oordeel heeft gegrond op de aanname dat van betaling slechts sprake kan zijn bij voldoening van een opeisbare schuld. Het uitgangspunt van de rechtbank dat de belastingplichtige het collegegeld pas vanaf 1 september 2018 onvoorwaardelijk was verschuldigd, is zonder nadere motivering niet verenigbaar is met haar vaststelling dat het collegegeld voor 1 juli 2018 moest zijn betaald.

Als de rechtbank is uitgegaan van de juiste rechtsopvatting, had zij nader moeten motiveren waarom het overgemaakte collegegeld aanvankelijk was verschuldigd en vanaf de toekenning van de verblijfsvergunning niet meer, en waarom dat bedrag – in elk geval na de toekenning van die vergunning – tot in september 2018 het karakter had van een depotstorting.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de zaak verwezen naar de rechtbank Noord-Holland voor verdere behandeling.

Bron:Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20241060, 23/03218 | 11-07-2024

Voorwaarden en kleine lettertjes (100% transparantie!):

  1. De voorwaarden voor de normale administratie blijven hetzelfde (dus: €395 euro exclusief btw. Zie de pagina ‘Jaarstukken Stamrecht BV‘ voor de overige eisen zoals maximaal 75 stuks mutaties eis e.d.).
  2. We behouden ons in uitzonderingsgevallen het recht voor kosten in rekening te brengen indien uw vorige boekhouder of uzelf er een zodanig rommeltje van heeft gemaakt, dat aanzienlijke herstelwerkzaamheden nodig zijn.
  3. Het betreft een 5 jaarsovereenkomst voor een BV (zonder onderneming) zoals bijvoorbeeld een Spaar BV, Stamrecht BV of Pensioen BV met ODV, met als eerste actiejaar 2018 of 2019 en als laatste actiejaar 2022 of 2023.
  4. De 5 jaarsovereenkomst is tussentijds altijd opzegbaar zonder boete of kosten, ook ingeval van liquidatie BV, overlijden aandeelhouder e.d.
  5. De jaarstukken 2019 worden gemaakt in de loop van het gehele jaar 2020 volgens onze eigen inplanning en conform de Uitstelregeling Belastingconsulenten.
  6. De jaarstukken 2020 worden gemaakt in de loop van het gehele jaar 2021 volgens onze eigen inplanning en conform de Uitstelregeling Belastingconsulenten.
  7. De actie loopt tot 1 januari 2021.
  8. Op het eerste jaar van de 5 jaarsovereenkomst administratie is een korting van 100 euro van toepassing, waardoor de kosten hiervoor slechts 275 euro ex BTW zijn.
  9. De (verplichte) kennismaking en bespreking op een van onze kantoren is eveneens kosteloos.
  10. De BV is in voorgaande 10 jaren geen klant van Kroese en Geraerts of daarmee gelieerde bedrijven geweest.
  11. Het is mogelijk dat administraties van aanbiedingklanten worden verwerkt na 1 juli.
  12. De extra kosten voor de (eventuele) maandelijkse of eenmalige loonadministratie zijn per jaar 132 euro resp. 150 euro .
  13. De kosten voor een (eventuele) aangifte BTW zijn extra.
  14. Het opmaken van een akte van periodieke uitkeringen bij opstarten van de uitkeringen is eenmalig extra 40 euro.
  15. De kosten voor het opmaken van een eventuele actuariële berekening zijn nihil, indien u bij ons administratieklant bent.
  16. Alle bedragen zijn exclusief BTW.
  17. De voorwaarden voor de normale administratie blijven hetzelfde (dus: €395 euro exclusief btw. Zie de pagina ‘Jaarstukken Stamrecht BV‘ voor de overige eisen zoals maximaal 75 stuks mutaties eis e.d.).
  18. We behouden ons in uitzonderingsgevallen het recht voor kosten in rekening te brengen indien uw vorige boekhouder of uzelf er een zodanig rommeltje van heeft gemaakt, dat aanzienlijke herstelwerkzaamheden nodig zijn.
  19. Het betreft een 5 jaarsovereenkomst voor een BV (zonder onderneming) zoals bijvoorbeeld een Spaar BV, Stamrecht BV of Pensioen BV met ODV, met als eerste actiejaar 2018 of 2019 en als laatste actiejaar 2022 of 2023.
  20. De 5 jaarsovereenkomst is tussentijds altijd opzegbaar zonder boete of kosten, ook ingeval van liquidatie BV, overlijden aandeelhouder e.d.
  21. De jaarstukken 2019 worden gemaakt in de loop van het gehele jaar 2020 volgens onze eigen inplanning en conform de Uitstelregeling Belastingconsulenten.
  22. De jaarstukken 2020 worden gemaakt in de loop van het gehele jaar 2021 volgens onze eigen inplanning en conform de Uitstelregeling Belastingconsulenten.
  23. De actie loopt tot 1 januari 2021.
  24. Op het eerste jaar van de 5 jaarsovereenkomst administratie is een korting van 100 euro van toepassing, waardoor de kosten hiervoor slechts 275 euro ex BTW zijn.
  25. De (verplichte) kennismaking en bespreking op een van onze kantoren is eveneens kosteloos.
  26. De BV is in voorgaande 10 jaren geen klant van Kroese en Geraerts of daarmee gelieerde bedrijven geweest.
  27. Het is mogelijk dat administraties van aanbiedingklanten worden verwerkt na 1 juli.
  28. De extra kosten voor de (eventuele) maandelijkse of eenmalige loonadministratie zijn per jaar 132 euro resp. 150 euro .
  29. De kosten voor een (eventuele) aangifte BTW zijn extra.
  30. Het opmaken van een akte van periodieke uitkeringen bij opstarten van de uitkeringen is eenmalig extra 40 euro.
  31. De kosten voor het opmaken van een eventuele actuariële berekening zijn nihil, indien u bij ons administratieklant bent.
  32. Alle bedragen zijn exclusief BTW.

Wat houden onze werkzaamheden betreft uw Stamrecht BV administratie precies in?

De dienstverlening bestaat uit het opmaken van alle benodigde stukken in de meest uitgebreide vorm:

  1. De uitgebreide jaarrekening (balans, winst- en verliesrekening en toelichting),
  2. Het doen van de aangifte vennootschapsbelasting voor de BV,
  3. Het maken van de publicatiestukken voor de KVK,
  4. Het verzorgen van de notulen van de vergadering van aandeelhouders,
  5. Uw telefonische of per email gestelde vragen, opmerkingen en adviesvragen zijn gratis.